Lijfrente valt vrij. Vergeet niet fiscaal goed te plannen…

Lijfrente valt vrij.  Vergeet niet fiscaal goed te plannen…

De situatie

Begin januari werd een cliënt AOW-gerechtigd. Naast de AOW-uitkering had de cliënt ook recht op een ouderdomspensioen. Het totale inkomen kwam daarmee op €33.500 per jaar.

Eerder had deze cliënt een lijfrente afgesloten, waarvoor nu een bedrag van ongeveer €80.000 vrijkwam. Het beschikbare spaargeld, samen met het inkomen van de partner, was ruim voldoende om van te leven. Daarom wilde de cliënt het lijfrente geld zo snel mogelijk uitbetaald krijgen. Dit zou betekenen dat de uitkeringen over een periode van vijf jaar moeten worden verdeeld, wat de minimale fiscale periode is. Maar is dit wel de beste keuze?

De oplossing 

Een uitkering van vijf jaar betekent dat de cliënt jaarlijks € 16.500 bruto extra ontvangt. Het totale bruto-inkomen in de eerste vijf jaar zou dan € 50.000 per jaar zijn. Hoewel dit misschien aantrekkelijk lijkt, heeft het enkele fiscale nadelen:

• Hogere belastingtarieven
  Het inkomen boven € 38.441 wordt tegen 37,48% belast in plaats van 17,92%. Dit leidt tot een belastingnadeel van:

• • € 2.260 extra belasting
  • € 11.559 wordt tegen 19,56% meer belast
• Lagere algemene heffingskorting

De algemene heffingskorting neemt af zodra het inkomen boven € 43.071 komt. Dit leidt tot een belastingnadeel van:

• • € 225 minder belastingkorting
  • € 6.929 * 3,257% lagere korting
• Lagere ouderenkorting

De ouderenkorting neemt af vanaf € 45.308, met 15% per extra euro. Dit leidt tot een belastingnadeel van:

• € 703 minder belastingkorting
• € 4.692 * 15% lagere korting

Wat heb ik geadviseerd? 

Ik stelde voor om de lijfrente-uitkeringen over 16 jaar te spreiden. Dit betekent dat er jaarlijks € 5.000 bruto uitgekeerd wordt. Hoewel dit bedrag per jaar lager is, is er voldoende inkomen om financieel rond te komen. Bovendien is het risico van lang leven nu beter afgedekt, en het belangrijkste: het fiscale nadeel van € 3.188 op jaarbasis / 12 = € 265 per maand wordt voorkomen. Dit zou voor de cliënt anders echt zonde zijn.

En wat als het inkomen hoger is dan € 38.441? 

Ook in dat geval blijft goede fiscale planning belangrijk. Als de totale lijfrente-uitkering onder de € 45.000 blijft, kan de ouderenkorting van € 2.035 per jaar volledig benut worden. Dit maakt het fiscaal voordelig om de uitkeringen juist zo in te zetten.

Maar wat als het inkomen boven de € 45.000 komt en zelfs € 70.000 bedraagt? 

Als het inkomen boven de € 70.000 uitkomt kan niet (gunstig) gebruik worden gemaakt van de belastingkortingen. Toch kan slimme planning helpen: een inkomen tussen de € 38.441 en € 76.817 wordt tegen 37,48% belast, terwijl boven de €76.817 het belastingtarief 49,50% is. Het verschil van 12,02% per euro kan aanzienlijk zijn als goed gebruik wordt gemaakt van de fiscale mogelijkheden.

Conclusie:

Een goede fiscale planning kan veel voordeel opleveren, zowel op korte als lange termijn. Door de lijfrente-uitkeringen zorgvuldig te spreiden, kan belastingvoordeel worden behaald zonder concessies te doen aan de financiële zekerheid.