De situatie
Een cliënt sloot in 1995 een lijfrenteverzekering af. De einddatum is 1-12-2025.
Een belangrijk moment dus: de expiratie van de lijfrente. Dat betekent dat het opgebouwde kapitaal vrijvalt en je moet beslissen wat je ermee doet. Maar welke mogelijkheden heb je eigenlijk – en wat is fiscaal gezien het meest gunstig?
De polis valt onder het nieuwe regime. Dat betekent dat je minder flexibiliteit hebt dan bij het oude regime, maar wel met duidelijke fiscale spelregels.
Algemeen
Allereerst zo kort mogelijk algemeen de spelregels:
Wat is een expirerende lijfrente?
Een lijfrenteverzekering is een product waarmee je vermogen opbouwt voor later. De premie/inleg is fiscaal aftrekbaar. Op de afgesproken einddatum, de expiratiedatum, moet je iets met dat kapitaal doen. Waarbij belangrijk om te weten is dat ieder euro wordt belast in box 1.
1. Uitstellen
Je kunt de uitkering uitstellen, zolang je maar uiterlijk vijf jaar na het bereiken van je AOW-leeftijd begint met uitkeren. Bij uitstel groeit je kapitaal verder.
Voordeel: je spreidt de belastingdruk en kunt gebruikmaken van lagere tarieven ná je AOW-leeftijd. Zou je denken…
Maar let op: bij een hoger inkomen na AOW kan dit voordeel juist verdwijnen door hogere belasting én verlies aan heffingskortingen.
2. Tijdelijke lijfrente-uitkering
Je mag het kapitaal gebruiken voor een tijdelijke uitkering van minimaal 5 jaar. De jaarlijkse uitkering mag dan niet boven de fiscaal vastgestelde grens komen
(€ 26.781 in 2025).
Voordeel: geschikt voor extra inkomen vóór je AOW of om je pensioen aan te vullen.
3. Levenslange lijfrente
Je kunt het kapitaal omzetten in een lijfrente die uitkeert zolang je leeft. Vaak lagere maandbedragen, maar wel zekerheid van inkomen tot overlijden.
4. Verzekeraar of banksparen?
Je mag het kapitaal onderbrengen bij een verzekeraar of bij een bank (banksparen)
De oplossing
Allereerst enkele uitgangspunten:
- € 138.609 expirerend kapitaal
- € 20.614 inkomen in box 1 tot AOW leeftijd
- € 45.296 inkomen vanaf AOW leeftijd bestaande uit AOW en pensioen
Ik besprak met cliënt de gevolgen van belasting?
Over elke euro die je aan lijfrente-uitkering ontvangt, betaal je belasting in box 1.
- Tot AOW-leeftijd:
€ 0 - € 38.441: 35,82% belasting + 5,26% ZVW premie
€ 38.441 - € 76.817: 37,48% belasting + 5,26% ZVW premie
€ 76.817 en hoger: 49,50% belasting
- Vanaf AOW-leeftijd:
€ 0 - € 38.441: 17,92% belasting + 5,26% ZVW premie
€ 38.441 - € 76.817: 37,48% belasting + 5,26% ZVW premie
€ 76.817 en hoger: 49,50% belasting
“Ik wil graag uitkeren na mijn AOW-leeftijd, want dan betaal ik minder belasting”
Dat gaf cliënt aan. Maar is dat ook zo?
- Er is al € 45.296 aan bruto inkomen vanaf AOW-leeftijd.
Elke euro uit de lijfrente komt hier bovenop.
- Tot AOW-leeftijd bedraagt het inkomen € 20.614 bruto
Wij bespraken daarom het volgende:
- Jouw inkomen is vanaf AOW-leeftijd al hoger dan € 38.441 en dus wordt iedere lijfrente-uitkering al belast tegen 37,48%.
- Waar dit tot AOW-leeftijd nog deels tegen 35,82% is.
Maar let vooral op de extra belastingdruk!:
- Daarnaast geldt dat bij elke extra euro boven op het inkomen, de algemene heffingskorting 3,17% lager wordt.
- Ook wordt de ouderenkorting per euro 15% lager wanneer het inkomen hoger uitvalt als € 45.308. Dat is bij u het geval door de lijfrente.
Het fiscale nadeel over elke € 1.000 is:
€ 374 inkomstenbelasting (37,48%) +
€ 52 ZVW premie (5,26%) +
€ 31 lagere algemene heffingskorting (3,17%)+
€ 150 lagere ouderenkorting (15,00%)
-------
€ 607 Zijnde 60% belastingdruk!!
Voor cliënt is het dan gunstiger om al voor AOW-leeftijd te laten uitkeren.
Daarvoor gelden de volgende belangrijke data (inclusief bedragen):
- 1-1-2006 | VPL | VUT, Pré pensioen en Levensloop
Vanaf deze datum vervielen deze regelingen en werd de AOW- en pensioenleeftijd 65 jaar. De opgebouwde waarde tot deze datum mag nog als overbrugging worden gebruikt. Voor cliënt bedroeg de tot deze datum opgebouwde waarde € 32.520
- 1-1-2014 | VAP | Verhoging AOW-leeftijd en Pensioen leeftijd
Vanaf deze datum werd de AOW-leeftijd verhoogd. De opgebouwde waarde tot deze datum mag nog wel vanaf 65 jaar worden gebruikt voor een periodieke uitkering (minimaal 5 jaar). Voor cliënt bedroeg de tot deze datum opgebouwde waarde € 61.252 (€ 28.732 meer t.o.v. VPL)
Er resteert dan € 44.837 wat moet worden ingezet vanaf het jaar waarin uw AOW gerechtigd wordt.
We kwamen tot een volgende verdeling van het expirerende kapitaal:
- € 32.520: gebruiken als overbruggingslijfrente van 1-12-2025 tot AOW-leeftijd
- € 28.732: tijdelijke uitkering van 5 jaar van 1-12-2025 tot 1-12-2030
- € 44.837: uitstellen tot na AOW en dan uitkeren
Op deze manier konden we voor cliënt optimaal gebruik maken voor de fiscale spelregels waarbij zo veel mogelijk belasting kon worden bespaard.
Conclusie
Plan je lijfrente tijdig. Misschien zelfs wel enkele jaren voor AOW-leeftijd. Ook al is de einddatum dan nog niet bereikt.
Los van jouw eigen wensen en doelen, is de belastingdruk een belangrijk aspect om rekening mee te houden. Wacht je te lang, dan is de kans aanwezig dat je onnodig veel belasting betaalt.
Reactie plaatsen
Reacties